De toren wordt ingepland op het breedste punt van het perceel, op de grens van een polderlandschap en een winkellint. Centraal, als kop van de Tuinen van Stene. Een toren geschakeld aan een fietsroute dat achter door loopt, een plek waar korte ontmoetingen kunnen plaatsvinden. De toren past zich naadloos in haar omgeving aan, het landschap loopt erdoorheen. Enkel de trappenkoker is zichtbaar, een opale cilinder die contrasteert met de neutrale achtergrond van de achterliggende loodsen. De toren bevat 3 verschillende platformen: een terras, een ring en een uitkijkplatform. Elk niveau heeft zijn eigen vorm en een specifieke beleving.